vlier

Baas boven baas

Het voorjaar schijnt vijf weken voor te lopen op het langjarig gemiddelde en tweeëneenhalve week op het gemiddelde van de opgewarmde laatste twintig jaar. Dus ja, er komt van alles uit de grond - speenkruid: check, eerste dotterbloemen: check - en uit de knoppen van bomen en struiken.

De vlier heeft haast

De vlier heeft altijd haast, groeit met ongeduldige takken en de knoppen beginnen soms voor de jaarwisseling al uit te lopen. Alsof hij verwacht niet oud te worden en voor die tijd nog wel het een en ander bereikt wil hebben.

Jonge vlierbessen

De kortgeleden nog fier geheven bloeischermen zijn gaan hangen onder het gewicht van de jonge bessen, die nog groen zijn, weinig opvallend. Wat niet gezegd kan worden van de rood kleurende stelen waaraan zij hangen. Die lijken een voorbode te willen zijn van het diepe purper dat de bessen bij rijping zal kleuren.

Vonk

De vlier vonkt nog zomer
in laatste bessen
een geheime tros gloeit
tussen knokentakken
lonkt met eeuwig leven,
de herfst blijft even staan
zijn magere hand strekt
naar het wonder 
hij gelooft, raakt aan 
het dooft,
want het blijvende
is zijn bestemming niet;
hij knikt een groet
en loopt bedaard
de winter tegemoet.

De tijd is onverbiddelijk, voor alles, iedereen. Soms is er een teken van verzet en eeuwigheid - een vonk - maar hooguit even. Dan herneemt hij zijn gestage gang.

Abonneren op RSS - vlier

Home button