Op een vroege ochtend, het begon net een klein beetje licht te worden, zag ik ze voor het eerst. Ze groepten bij elkaar in een uithoek van de grote vrijver in het parkje waar ik mijn ochtendloopje doe: veel meer eenden dan anders. Andere eenden dan anders. Toch? Helemaal zeker was ik niet, in dat schemerlicht, maar iets in mijn hoofd zei: krakeenden. De volgende morgen zaten ze er weer: krakeenden dus, want dat had ik inmiddels opgezocht, en alle daaropvolgende ochtenden zaten ze er nog steeds. Zo zijn het behalve krakeenden ook kraakeenden geworden, want ze houden de vijver met zijn ruime kroosvoorraden bezet. De oorspronkelijke wilde eenden en meerkoeten worden gedoogd mits ze op afstand blijven. Gelukkig is het een grote vijver.
Voor een paar foto's ben ik een keer midden op de dag gaan kijken. Meer licht, maar nu zagen ze me aankomen en zwommen meteen richting de overkant. Nog een paar stappen en ze vlogen op (foto 2) om buiten fotobereik te landen en zich vervolgens onder de overhangende takken van het eilandje in het midden van de vijver terug te trekken (foto 3). Ze zijn dan wel dichterbij de mensen gekomen, maar in hun gedrag een stuk wilder dan de wilde eend.
In het Nederlandse buitengebied is de krakeend niet heel zeldzaam, meestal als doortrekker of overwinteraar, maar het aantal broedgevallen neemt toe. In de stad zijn ze nog wel een bijzondere verschijning, de mannetjes met hun grijze rug en kenmerkende zwarte achterwerk en de schutkleurige vrouwtjes die op wilde eenden lijken.
Benieuwd hoe lang ze nog blijven, nu de kroosvoorraad zo goed als op is....
- « Vorige weblog Eiken om tegenop te kijken (29 oktober 2018)
- Volgende weblog » Wilgenroosjes? (15 december 2018)