Op sommige plekken is het flink winderig - vooral bij zee en dan is de wind nog zout ook - en wil je er als boom toch groeien dan vergt dat enig aanpassingsvermogen of het geluk om net op dat ene wat luwere plekje terecht te komen. Allebei is natuurlijk het beste, zoals deze esdoorn (als ik het uit de verte tenminste goed zag) achter een duintje demonstreert (foto 1): die staat daar luw maar meedogenloos geschoren te schuilen. Niet ver er vandaan staat, of beter gezegd: ligt een moedige den te overleven zonder die beschutting (foto 2). Zijn tactiek is laag blijven en met zijn top - als je de uiterste punt in dit geval zo mag noemen - van de wind af groeien. Het levert een fraai kronkelende, in het duinzand gevleide boom op. Maar natuurlijk moet je voor de echte waaibomen in het Caribische deel van Nederland zijn: op de rotsplateaus aan ruwe oostkusten en tegen hellingen, zoals die van deze basaltberg op Bonaire (foto 3).
