Stekeligheden

Bonaire en stekeligheden. Misschien wekt dat associaties met het vol overgave gespeelde steekspel in de eilandsraad en daarbuiten, vóór en ná 10-10-10, toen het eiland bijzondere gemeente van Nederland werd. Of met de prikkelbaarheid in de verhouding tussen 'kruidenier' Nederland en 'flexibel' Bonaire. Bijzonder is Bonaire zeker, maar niet vanwege stekels in de menselijke verhoudingen. Die zijn als overal, zij het Caribisch van aard, dus fel gekleurd. De stekels die er uitspringen, zijn die van de benedenwindse natuur.

Planten, struiken, bomen en zaden laten een keur aan stekels zien: grote en kleine, rechte en kromme, lange en korte. En dan heb ik het nog niet eens over maribomba's, wimpiri's, schorpioenen, zeeëgels en egelvissen. Daar ga ik het ook niet over hebben. Ik beperk me voorlopig tot de gestekelde plantenwereld, waarin alleen de wilde ezels en de geiten zich een wonderlijke weg weten te banen. Dwars door de stekels die een vorm van bescherming zijn. Maar niet altijd tegen hetzelfde en soms zelfs helemaal niet. Want laagbijdegrondse zaden van grassen en de Wanglo met zijn mooie gele bloemen, worden met behulp van hun stekels verspreid. Ze blijven hinderlijk tussen de haren of de hoeven van rondtrekkende geiten en wilde ezels zitten.

Bij bomen gaat het wel gewoon om bescherming, tegen vraatzucht. Naast enkele meer recent geïmporteerde bomen, is de inheemse Indju een goed voorbeeld van een boom met beschermende stekels. Toch is hij op zijn retour. Dat is echter het gevolg van het 'schonen' van steeds meer grond voor de bouw en andere doeleinden, waarvan hij niet meer herstelt. De Wabi daarentegen, een acacia-soort, doet het juist goed op braakliggend terrein en breidt zich uit. Als baby-boompje heeft hij al indrukwekkende doornen, zodat zelfs de geiten hem laten staan. Je zou zeggen dat er ook al een behoorlijke preventieve werking vanuit gaat (foto 1)!

De meeste - en meest opvallende - stekels worden echter door cactussen gedragen: de schijfcactus of Tuna (foto 2), de voetbal- tot basketbalgrote bolcactus (of Milon di seru, 'bergmeloen') en de drie zuilcactussen Yatu (foto 3), Kadushi en Kadushi pushi, die - vele meters hoog - het landschap bepalen. De cactusstekels waren ooit bladeren, die, om uitdroging tegen te gaan zijn ingekrompen tot stekels. De stengel is heel dik geworden en met zijn groene buitenkant neemt hij de lichtopvang- en voedselaanmaak-functie van de verdwenen bladeren over. Zijn sponzige binnenkant dient als waterreservoir. Losgeraakte of afgehakte stukken kunnen er lang genoeg op teren om wortel te schieten en een nieuw, zelfstandig leven te beginnen.

Best mooi, al deze bijzondere stekels. Maar: alleen kijken, aankomen niet.

Tags: