Ontgroening

Na de zomer is het tijd voor de ontgroening, iedere student weet dat. Dat is een begin, het studentenleven lokt. Maar tegelijk komt er een andere en veel grotere ontgroening op gang die helemaal geen begin is, hooguit het begin van het einde. Het bladgroen dat voorjaar en zomer vijftig tinten groen kleurde, verdwijnt uit de bladeren. Als laatste bij de nerven, de aan- en afvoerkanalen. En eindelijk krijgen de altijd al aanwezige - maar onzichtbare - gele, oranje en bruine kleurstoffen in het blad de kans om te schitteren. Die we dan enthousiast herfstkleuren noemen.

Het bladgroen (chlorofyl) vangt zonlicht op en zorgt voor de aanmaak van organische bouwstenen (suikers) en zuurstof. Deze essentiële stof is - net als de hemoglobine in ons bloed - wat instabiel en moet steeds worden aangevuld. Naarmate de dagen korter worden, lukt dat minder goed: de 'ontgroening' begint. En dat proces wordt versterkt doordat in de bladsteel voorbereidingen worden getroffen om het blad af te stoten, waarbij aan- en afvoer worden belemmerd. Waar het bladgroen verdwijnt - vaak in een patroon waarbij het rond de nerven het langst blijft zitten (foto's 1 en 2) - worden de andere aanwezige kleurstoffen zichtbaar: gele xanthofyllen, geel-oranje carotenen en soms bruine tanninen, bijvoorbeeld bij eiken.
Na de ontgroening - de verkleuring naar geel, oranje en goudbruin - treedt uiteindelijk de verdroging in. Die geeft donkere tinten bruin en verloopt doorgaans via hetzelfde patroon als de eerdere ont- en verkleuring (foto 1).

En die rode herfstkleur dan? Die is veel zeldzamer dan al dat geel, oranje en bruin. Soms bevatten bladeren al langer wat van die rode kleurstof (anthocyaan), vooral bij struiken en (delen van) bomen die het voor hun kiezen hebben gehad door kou, wind, droogte of extreme zon. Waarschijnlijk zorgt het voor extra bescherming. Maar vaker wordt de rode kleur pas tijdens of na de ontgroening aangemaakt, van resten suiker die door het laatste bladgroen zijn geproduceerd en niet meer worden afgevoerd (foto 2). Waarom is onduidelijk, want - zou je denken - een blad dat gaat vallen hoeft toch niet meer beschermd te worden?
Laat het maar een raadsel zijn, een prachtig rood raadsel, dat meer dan gemiddeld bij ooit geïmporteerde soorten is te zien: Esdoorns, Amerikaanse eiken, Sierkersen en de Wilde wingerd. En de Amerikaanse vogelkers (foto 3).

Tags: