Naar Playa Frans

Het is zo ongeveer de verste uithoek waar je op Bonaire heen kunt, al weten weinigen dát je erheen kunt. Playa Frans, op het meest westelijke puntje van het eiland en alleen bereikbaar via een ongeplaveide weg met diepe kuilen, gemene stenen en stof, een weg die achter de volledig misplaatste - iemand zal er ooit wel flink aan verdiend hebben - olieopslagtanks langs sluipt, na het negeren van een toegangshek dat brutaal vóór de naar Playa Frans afbuigende weg is gezet. Het voetstapse gedraai, gemanoevreer en gerem - ook voor monsterlijk grote leguanen - duurt eindeloos.
Intussen stooft de zon de menselijke inhoud van de jeep - nee, geen airco - terwijl de elders altijd aanwezige wind hier door het lage bos en de hoge heuvels aan deze leizijde van het eiland vrijwel ontbreekt. Stof is er wel, zat. De beweging van de voorop rijdende auto is ruim voldoende om het in grote wolken te doen opwarrelen. Het heeft weken niet geregend, de bomen nemen steeds meer de kleur van het bruine stof aan.

Maar uiteindelijk dan toch: Playa Frans, waar de weg in een kleine open plek aan zee eindigt. Recht vooruit de onneembare - want steile en ruig begroeide - berg waarachter Slagbaai ligt, in Washington Nationaal Park. Links, in het westen, de zee. Golven rollen rustig over de kale stenen, de playa die er ooit was is door recente orkanen weggespoeld en niet teruggekomen. Nog niet in elk geval. Rechts een salina die lang en smal het land in strekt en waarover de wind onbarmhartig hard komt aanwaaien. Petten en hoeden kunnen op hun vlucht richting zee nog net worden gered. Vier kleine huisjes staan er, waarvan er twee met een beetje fantasie bewoond zouden kunnen zijn. Bij één ervan loopt een haan met kippen. De andere huisjes zijn in verval. Maar het kan ook zijn dat ze juist opgebouwd worden: dat is moeilijk uit te maken. Maar verlaten zijn ze allemaal. En schilderachtig. Het nemen van foto's valt echter niet mee, als je met één hand je pet moet vasthouden.
Tijd voor de picknick. Eenmaal uitgezet mag van de meegebrachte stoeltjes niet meer worden opgestaan, want dan worden ze gegrepen en ook de maaltijd zelf dreigt een prooi voor de wind te worden. Intussen stappen de Flamingo's onverstoorbaar door de salina om hun kostje bij elkaar te garen; hun veren waaien op, maar ze staan stevig op de lange, dunne poten. Zij wel. Ietwat gehaast werken we onze eigen maaltijd af. Snel terug maar weer, het is nog een heel eind.

Tags: