Laatbloeiers

Nee, niet de stug doorgaande Hortensia's die steeds dieper roze, oudroze, gaan kleuren. En evenmin de laatste rozen, volhouders die nog in verschillende kleuren en maten tot het randje van de invallende vorst staan te gaan, echo van een allang voorbije zomer. Of de enkele Rhododendron die per ongeluk al is gaan bloeien. Echte specialisten zijn het, de laatbloeiers: voor hen is de herfst geen toetje of voorafje, maar de hoofdmaaltijd. Ze bewaren het beste van zichzelf voor de donkere dagen, als de rest zijn bloeikruit heeft verschoten en uitgeblust op het einde wacht.
Het is een selecte groep die bloeiend de najaarsomstandigheden trotseert, met daarin gek genoeg nogal wat types die van oorsprong uit het - soms verre - buitenland komen. Net als bij de winterbloeiers trouwens, met de 'exotische' winterjasmijn, winterprunus en toverhazelaar. De Madelief daarentegen, de enige echte het-hele-jaar-door-bloeier, is weer op en top Nederlands.

De Herfstaster (Aster x versicolor) is - net als zijn herfstmaatje, de Chrysant - een telg uit de grote composietenfamilie, die vanaf september tot diep in het najaar bloeit in tinten blauw en violet. Het is een sierplant die soms ook verwildert. Er is een keur aan Astersoorten in ons land, maar alleen de Zeeaster is inheems en groeit niet in tuinen.
De Herfstcrocus, afkomstig uit het Middellandse Zeegebied en Klein-Azië, is een lavendelkleurige krokus die zijn kopje in de herfst opsteekt, ver voor de sprietige blaadjes. Er zijn twee bekende, op elkaar lijkende soorten: Crocus speciosus en Crocus sativus. De laatste wordt ook voor saffraanwinning gekweekt (de oranje stampers). Niet te verwarren met de inheemse, zéér zeldzame Herfsttijloos die slanker, groter, roze-achtig en zéér giftig is, maar die op de Herfstkrokus lijkt en eveneens in het najaar bloeit.
De Klimop (Hedera helix) tenslotte, is de inheemse nummer drie van dit laatbloeiertrio. Hij draagt bolvormige trossen van kleine, kleurloze bloempjes, maar zijn robuuste alomtegenwoordigheid maakt veel goed. En de zoete geur als het weer meezit. Het is een nectar-oase in de herfstwoestijn, waar late insecten zich tegoed kunnen doen. Vaak tot ver in december nog. De bloeitrossen zitten aan speciale korte takken die niet klimmen en afwijkende bladeren hebben. Na de bloei komen er matzwarte bessen. Giftig. En pas rijp in het voorjaar.