Jeugdig enthousiasme

Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, elk jaar opnieuw, weer of geen weer. De hoogste bomen doen het en de laagste struiken. Een onbedwingbare drang om er te zijn, de winter af te schudden, alles te geven. Zelfs de oudste bomen barsten uit hun knoppen alsof het de allereerste keer is, het moment waarop ze heel hun bomenleven hebben gewacht. Aan hun kromme takken blijken toch weer jonge, vitale zijtakjes te zitten. Tot nieuwe groei in staat en bereid. En zo kleurt onze wereld, welt en golft het tere groen tot in elke ooghoek, geurt het tot hoog in de neus.

Het precieze tijdstip waarop dit alles plaatsvindt is afhankelijk van het weer in de eerste maanden van het jaar, maar de volgorde waarin bomen en struiken uitlopen staat vast. Vooral struiken zijn vaak vroeg. Zo vangen zij al veel licht voordat de boomkruinen daarboven bladeren krijgen en alleen nog maar restjes overlaten. Dit jaar is alles vroeg en zelfs de traagste bomen worden daarom al een beetje groen, zoals de Beuk, de Eik en de Populier die al heeft gebloeid, met katjes uit gespecialiseerde knoppen. Nou ja roodbruin eigenlijk, in het geval van de Populier (foto 3). En met harige randen, in het geval van de Beuk (foto 1). En met de kenmerkende lobben - zo jong al - in het geval van de Eik (foto 2).

Niet minder dan een klein wonder is het, zo'n knop waaruit alles tevoorschijn komt. Klein en een wonder. Een soort embryo want alles zit er al in: kleine, nog opgevouwen blaadjes aan nieuwe takjes en soms ook nog bloemen of wat daarvoor door moet gaan. Vandaar dat ze - als het eenmaal hun tijd is - zo snel kunnen uitgroeien tot volwassen takken en bladeren. In de loop van de zomer worden ze gevormd, onopgemerkt groeien ze tot ze hun soortspecifieke grootte, kleur en vorm krijgen. Als dan in de herfst de oude bladeren vallen, lijken ze er plotseling te zijn. Binnen hun beschermende schubben zijn ze klaar voor de winter en eigenlijk ook al voor het voorjaar. Alleen nog maar wachten, tot het hun tijd is.

Tags: