Hollebollecactus

Een gezellig bol buikje, dat wel, maar het is allesbehalve een ongevaarlijke goedzak, deze zwaarbewapende cactus die voor niets en niemand wijkt en in zijn eentje de wereld staat te trotseren. Als het moet. Want op andere plekken - liefst rotsige en daar zijn er genoeg van op Bonaire - staan ze gegroepeerd in een indrukwekkende slagorde (foto 3). Het is een bolcactus die naar de naam Melocactus luistert, waarschijnlijk afgeleid van Melon-cactus. Daarmee wordt verwezen naar de vorm en omvang van volwassen exemplaren, waarbij best aan een watermeloen mag worden gedacht.

De enkele tientallen soorten van het geslacht Melocactus - een echt Caribische geslacht - zijn moeilijk uit elkaar te houden, zeker die op Bonaire. Misschien is het toch wel één soort. Hoe dan ook, ze worden gekenmerkt door een trage groei en de dikke rossige stekels die in rozetjes op de ca. twaalf cactusribben staan. En bovenal door het cephalium dat bovenop volwassen exemplaren groeit. Dat is het bloemhoofd, dat wil zeggen dat daar de roze, vrij kleine bloemen uit tevoorschijn komen die door hun nachtelijke verschijnen helaas maar zelden te zien zijn. Anders is dat met de vruchtjes. Die ontwikkelen zich eerst in het binnenste van het cephalium, maar groeien daarna rood en glimmend naar buiten met bovenop nog een restje van de bloem (foto 2). Het cephalium blijft continu aanwezig en wordt bovendien, naarmate de plant ouder wordt, steeds hoger. Na verloop van de tijd krijgt het de aanblik van een schoorsteen, hoger dan de cactus zelf.

Tags: