Groene longen?

De lucht is fris en zuurstofrijk, de zon mild, hardnekkige winterhoestjes verdwijnen als sneeuw voor de zon. Zonder hulp van het volop bloeiende Longkruid waarvan men ooit dacht dat het allerhande longkwalen genas. Dat was in de tijd van de zogenoemde Signatuurleer die er vanuit ging dat het uiterlijk van een plant belangrijke informatie gaf over zijn genezende werking. En het opvallende vlekkenpatroon op het blad van het Longkruid deed nu eenmaal denken aan longblaasjes, dus... Nou niks dus, in elk geval niet veel. De werking is nimmer aangetoond.
Maar mooi is het Longkruid wel, met zijn bijzondere bladeren en roze-rode bloemen, alles dicht tegen de bosgrond gedrukt. Mag ook tuingrond zijn. Als Longkruid het eenmaal naar zijn zin heeft, zorgen ondiepe wortelstokken voor een snelle uitbreiding en ontstaan er hele velden (foto 1) die in maart-april en soms tot in mei uitbundig bloeien.

Met die bloemen van het Longkruid is trouwens iets vreemds aan de hand. Niet alleen de onverwacht stekelige kelk rond de trompetachtige bloemen (foto 2), maar vooral de verkleuring die ze doormaken bij het ouder worden. De jonge bloemen zijn roze-rood (foto 2), de oudere blauw (foto 3). De kleurstof in de bloemen is - net als bij rode kool -gevoelig voor de zuurgraad: als die afneemt verandert rood in blauw. Aangenomen wordt dat de bevruchting van de bloem voor die verandering zorgt, zodat de bezoekende hommels zich concentreren op de jonge roze-rode bloemen die nog bevrucht moeten worden.

Longkruid (Pulmonaria officinalis) komt in Nederland van nature alleen in de Limburgse bossen voor. Op andere plaatsen - en dat zijn er best veel - is hij verwilderd en in veel tuinen gewoon aangeplant. Hij behoort tot de familie van de Ruwbladigen (Boraginaceae) en dat is goed te voelen. Daarmee is hij verwant met het Vergeet-mij-nietje dat echter met blauwe bloemen begint die later langzaam roze worden.

Tags: