Een vlier in Kandern

Op doorreis naar Zwitserland logeer ik bij mijn zwager en schoonzus, in het oude posthuis van Kandern waar ooit de paarden van de postkoetsen stonden. Het is aan de Bahnhofstrasse, naast het oude station dat zijn functie ook al lang geleden heeft verloren. Het grote huis wordt aan het zicht onttrokken door een nieuw Postamt dat het misschien ook niet lang meer zal maken. De vlier staat tegen de blinde westgevel van het oude posthuis, zoals vlieren ook zo vaak tegen oude boerderijen en schuren staan gevleid. Liefdevol, zou je zeggen.

De kenmerkende geribbelde stam van deze struikboom - of boomstruik - heeft onderaan een riante doorsnede van ca. 35 cm en begint daarmee als een boom. Op kniehoogte verdeelt hij zich echter in een viertal dijbeendikke stammetjes die zich sierlijk vertakkend van de gevel afbuigen, zwaar van de kleurende bessen. De opgeheven roomwitte bloemschermen uit het voorjaar zijn hangende bessenjukken geworden met groene en halfpaarse bessen aan felrode stelen. Het is een vlier die af en in balans is, zonder de stakige uitschieters die je bij jonge of kortelings gesnoeide soortgenoten ziet en zonder de dode, met gele korstmossen bedekte takken van oude exemplaren in verval. Een perfect stilleven in de avondzon. 

Tags: