Ver buiten het bereik van narcissen, krokussen en andere geïmporteerde overdaad - in de bossen en op de velden van Drenthe - zijn de kleuren anders, de kleuren van maart. De hardblauwe vennen (foto 3) springen in het oog en de even blauwe mooi weerluchten niet minder, maar de meeste kleuren zijn zacht en alleen waarneembaar met een open oog voor fijnere nuances. Zoals het lichte roze van jonge berken (foto 1), het kleurzweem van hun twijgen en zwellende maar nog dichte katjes tegen het ernstige groen van een rij dennen. En ervoor het strogele gras van de pijpestrootjes, dat op de dikke pollen blijft staan tot een nieuwe lichting sprieten het overneemt. Dan, midden in het bos, een open plek die oplicht met het lichte oranje van een groep jonge lariksen (foto 2) die over een maand of wat meer zullen uitlopen met hun mosgroene en moszachte bosjes naalden. En ervoor mosgroen van de mossen zelf dat in de winter en het vroege voorjaar oplicht door de zon die ongehinderd door de kale takken valt.
