De natuur is vroeg uit de veren op Bonaire. In de eerste ochtendschemer staan de bloemen in vol ornaat klaar voor de nieuwe dag, de onvermoeibare Passiebloem heeft een verse lichting eendagsbloemen uitgestald. En de vogels laten zich al horen voor de eerste zonnestralen hun felle kleuren laten oplichten. Pas bij het ontbijt klinkt het geritsel van de Blauw-blauw die door het koraalgrind crawlt en in bomen en struiken klautert om er een fris bloemetje weg te smakken. Vooral de Kelki Geel moet het ontgelden, maar die krijgt gelukkig elke dag nieuwe bloemen.
Na deze rituele rondgang begeeft de Blauw-blauw zich zonder mankeren naar de porch om zich aan de eventuele resten van het ontbijt tegoed te doen. Kruimels van het koekje bij een eerste kopje koffie zijn ook goed. Of gewoon lekker wat rondneuzen.
De Blauw-blauw - Cnemidophorus murinus - is een grote hagedis: de mannetjes kunnen gemakkelijk 40 cm lang worden. Elk Benedenwinds eiland heeft zijn eigen (onder)soort, maar algemeen is het opvallende verschil tussen de grote mannetjes met hun blauwe staart, blauwe poten en blauwe stippen op het lijf en de wat kleinere, glimmende vrouwtjes die bruin zijn met een klein toefje blauw op de achterpoten. Het verschil is zó groot dat de seksen hier eigen namen hebben gekregen: de mannetjes zijn 'Blòblò' en de vrouwtjes 'Lagadishi'. Het zijn echte alleseters: behalve bloemen eten ze ook vruchten, insecten, eieren en zelfs muizen. En een breed scala aan etensresten.
De grootste mannetjes hebben een eigen territorium waarin ze geen andere mannetjes dulden. Opdringerige types worden desnoods met geweld verwijderd en ze hebben dan ook opvallend vaak iets aan hun staart. Of tijdelijk helemaal geen staart, als die in de strijd gebleven is.
- « Vorige weblog Palu santu (25 september 2013)
- Volgende weblog » Olé, Olé, Oleander (10 oktober 2013)