overal valt het maanzilver

Maanlicht

Geklommen was de maan naar boven,
Had wolken stil uiteengeschoven,
Uit sneeuwengrot leek zij te turen,
En zilversneeuw in 't rond te sturen.
't Was of de warme zomeraarde
Het koelend zilver gretig gaarde;
Al meer en meer had ze opgevangen,
Tot al van zilver was omvangen.
Een koel, blank kleed dat verre strekte
En velden wijd en weien dekte;
Blanktrossige bomen daar geheven
Leken in zilvermeer te leven.
Zilver was 't al. De duinen lagen,
Als reuzen door de slaap verslagen,
In glimmend pantser breed ter neder.

Abonneren op RSS - overal valt het maanzilver

Home button