Hart en land
Mijn hart wou nergens tieren
En nergens vond het vreê
Dan tusschen uw rivieren
Nabij uw groote zee,
Mijns harten eigen groene land
Dat voor mij dood en leven bant.
De wind zong door de boomen
Tot in mijn stille huis
De stemmen uwer stroomen,
Uw volle zeegeruisch:
Daar brak mijn hart in zangen uit,
Daar werd de stem van 't bloed geluid.
Wel hebt gij mij gegeven
Al wat ik andren bood.
Ik zong van dood en leven,
Van liefdes rijken nood:
Des harten teederste ademhaal,