de winter komt toch

Al te vroeg

De zon scheen koestrend op het kruid,
   De Lente was gekomen,
En alle knopjes liepen uit,
   Als waar' er niets te schromen;
Ze dachten, dat de Wintervorst
Bij zonneschijn niet keren dorst.
Maar toen de zon ter ruste lag,
   Toen kwam, met sneeuw beladen,
De Winter eensklaps voor de dag,
   En knakte steng en bladen;
En al de bloempjes wit en rood
Die waren 's morgens ziek of dood.
Het leed woont meestal naast de vreugd,
   De kou naast lentedagen;
En wie het spoedigst zich verheugt,

Abonneren op RSS - de winter komt toch

Home button