Ze zien er onschuldig uit, deze Rododendroncicaden, schijnbaar zonnebadend op het blad van een zonnebloem. Dat ze zich intussen laven aan het sap uit de bladnerf is al wat minder onschuldig, maar het echte kwaad is al veel eerder geschied. Dat was toen ze als eitjes in de bloemknoppen van de Rododendron, een paar meter verderop, werden gelegd en ze daar als larven het sap van die knoppen en de bladeren opzogen om uit te groeien tot slanke, metalig gekleurde cicaden. Veel rododendronknoppen bleven bruin en levenloos achter en van de knoppen die het overleefden, bloeiden de meeste op halve kracht. Wat echter niet het gevolg is van een sap-tekort, maar van een schimmelziekte die de rododendroncicade overbrengt.
De volwassen rododendroncicade meet een kleine centimeter, niet groot voor een cicade; hij hoort dan ook tot de familie van de dwergcicaden. Toch komt hij uit een land waar alles groter is: de Verenigde Staten. Circa 1930 dook hij op in Engeland en rond 1970 zette hij voet aan wal op het Europese vasteland. De volwassen cicaden zijn te zien van juli tot en met oktober en hun laatste daad is om met behulp van een legboor eitjes te leggen in de dikke knoppen van de rododendron. De cicaden mogen de winter dan niet overleven, hun eitjes doen dat met gemak en zorgen ervoor dat alles in het voorjaar gewoon weer opnieuw begint.
Naar de knoppen
Geplaatst op 30 september 2023