Kegeltjes

Takken op ooghoogte heeft hij zelden, de Lariks, zodat de mooie, kleine kegeltjes meestal buiten beeld blijven. Maar je kunt een keer geluk hebben en dan zijn ze van dichtbij te bewonderen, deze sierlijke bouwwerkjes van moeder natuur. In een eerder stadium waren ze klein en felrood en hierna zullen ze schrompelig en bruin worden, maar nu zijn ze alleen maar mooi, met hun delicate roodpaars, hun gracieuze lijnen en dat ene druppeltje hars. En dat alles tegen het decor van de kenmerkende bosjes frisgroene naalden, naalden die aaibaar zacht blijven tot ze in het najaar geel en oranje worden en vallen. Waarna het wonder zich in het voorjaar herhaalt.