De bui is afgedreven;
aan den gezonken horizont
trekt weg het opgestapelde, de rond-
gewelfde wolken; over is gebleven
het blauw, het kille blauw, waaruit
gebannen
een elke kreuk, blank en opnieuw
gespannen.
En hier nog aan he vensterglas
aan de bedroefde ruiten
beeft in wat nu weer buiten
van winderigs in opstand was
een druppel van den regen,
kleeft aangedrukt ertegen,
rilt in het kille licht...
en al de blinking en het vergezicht,
van hemel en van aarde, akkerzwart,
stralende waters, heggen, het verward
beweeg van menschen, die naar buiten
komen,
ploegpaarden langs den weg, de oude
boomen
voor huis en hof en over hen de glans
der daggeboort, de diepe hemeltrams
met schitterzon, wereld en ruim heelal:
het is bevat in dit klein trilkristal.
Regen
Auteur:
Thema: