Het meezennestje

Een meezennestje is uitgebroken,
  dat, in de wulgentronk
           gedoken,
  met vijftien eikes blonk;
ze zitten in den boom te spelen,
tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in, tak-om,
           met velen,
en 'k lach mij, 'k lach mij, 'k lach mij
                                        bijkans krom.
Het meezenmoêrtje komt getrouwig,
  komt op den lauwen noen,
           al blauwig
  en geluwachtig groen;
het brengt hun dit en dat, om te azen,
tak-om, tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in,
           ze razen,
en kruipen, vlug, het meezennestjen in.
Het meezenvaârtje zit - de looveren
  verduiken 't voor 't gestraal -
           te tooveren,
  al in de meezentaal;
daar vliegen ze, al med' een, te zamen,
tak-om, tak-op, tak-af, tak-in, tak-uit,
           en, amen,
het meezennestje is weêrom ijele en uit.
 

Home button