Mei, fragment (2)
Zó wil ik dat dit lied klinkt, er is één
Die ik wèl wenschte dat mijn stem bescheen
Met meer dan lachen van haar zachte oog...
Heil, heil, ik voel hier handen en den weeken boog
Van haren arm. een koepel van blind licht,
Mild nevelend, omgeeft mijn aangezicht,
Mijn stem brandt in mij als geele vlam
Van gas in glazen kooi, een eikestam
Breekt uit in twijgen en jong lover spruit
Naar buiten: Hoort, er gaat een nieuw geluid:
Een jongen veldheer staat, in blauw en goud
Roept aan de holle poort een luid heraut.