Into the wild...

Het is verbazingwekkend hoe snel je, na het verlaten van Manhattan via de overvolle George Washington Bridge, alleen nog maar bos ziet: een randenloos, over de heuvels uitgerold boomtapijt zover het oog reikt. Al snel is ook het eerste wild te zien, dood langs de weg, herten. Waarschuwingsborden ontbreken, daar is waarschijnlijk geen beginnen aan. Eenmaal in Pennsylvania krimpt de menselijke aanwezigheid definitief tot groepjes houten huizen met de rug tegen het opdringende bos en een enkele Service Area met supermarkt, pharmacy en de onvermijdelijke fastfood.

Meren, rotsen en bomen. De cirkelende roofvogels zien het van grote hoogte aan, maar de herten staan er met hun verbaasde zwarte ogen middenin, ze komen vlakbij op de schaarse open plekken en tussen de bomen. Overal bomen. William Penn, de stichter van deze staat, zal niet lang getwijfeld hebben over de naam. Behalve Penn moest daar natuurlijk sylvania (= bosland) in. Destijds werd het gebied door tenminste vijf Indianenstammen (politiek correct: Native Americans) bewoond, die echter al snel naar het westen werden verdrongen of eenvoudigweg gedeporteerd. Vandaag de dag zijn deze bossen - naast het nog immer overvloedige wildlife - vooral het domein van weekendgasten uit de grote steden die er hun tijd verdelen tussen varen op het meer, barbequën en bier drinken.

Het gebied vormt de bovenloop van Delaware River en veel van de meren en bossen zijn ondergebracht in State Parks en Forests met heuse rangers. Bij het begin van een wandeling wordt je geacht te noteren dat je op pad gaat en bij terugkeer dat je het gebied weer verlaten hebt. Veiligheid voor alles. De wandeling door State Park 'Promised Land' (what's in a name!) en het 'Delaware State Forest' blijken echter niet erg gevaarlijk. Wel een feest van bijna-herkenning en onverwachte ontmoetingen. De geruststellende Schrijvertjes, dichtbij een zonnige oever, worden minder geruststellend als daar een giftige slang langs komt zwemmen. Dalkruid en Zevenster, herkenbaar en als altijd bescheiden dicht aan de grond, worden afgewisseld door Pink Ladyslippers, uit de kluiten gewassen en bepaald niet bescheiden orchideeën. Een grotre Zwarte Specht zit op twee armlengtes van het pad. Natuurlijk zijn er squirrels in soorten en maten en scharrelen er behalve de herten ook bevers rond: ze zitten op een open stukje gras, alsof het konijnen zijn. Raccoons en beren blijven buiten zicht, geen punt. En alles speelt zich af onder een dek van eiken, esdoorns, berken en iepen die alszodanig herkenbaar zijn, maar nét even anders.