Licht, vuur en vuurwerk, het hoort bij de jaarwisseling: de komst van het nieuwe jaar, júist in de dagen dat alles op zijn donkerst is. Vuur moet het donker verdrijven, dus de kaarsen en kerstboomlichtjes blijven ook na kerst nog een poosje branden. En dan komt het vuurwerk. Ooit waren er boze geesten die op een afstand gehouden moesten worden en daarbij kon het nodige lawaai geen kwaad. De Chinezen gebruiken bij hun nieuwjaarsviering daarom al heel lang vuurwerk en dat is hier - veel later pas - overgenomen.
De viering van het nieuwe jaar was in oude, Germaanse tijden de afsluiting van het 'Joelfeest'. Dat feest begon op de korste dag van het jaar - nu 21 december, maar volgens de oude kalender 25 december - en duurde 12 dagen en dertien nachten. Het eindigde op 'dertien-dag', die in de christelijke traditie Driekoningen is geworden. Al die tijd moest een zogenaamd 'joelblok' blijven branden, een groot stuk hout - het kon ook een hele boom zijn - dat werd aangestoken met houtskool van het joelvuur van het jaar daarvoor.
Boze geesten werden op afstand gehouden, maar als Wodan met zijn leger doden verscheen (de Wilde Jacht) dan werd hij gastvrij onthaald en kreeg voedsel en bier aangeboden. En ongetwijfeld zal men - voor de gezelligheid - hebben meegegeten en -gedronken. Op onze hedendaagse feestdagen is dat nog steeds een belangrijk aspect. Men legde de offers en geschenken onder de 'joelboom', wat toen nog geen spar was, en van groene bladeren werden joelkransen gevlochten. In het woord joelen klinkt het verjagen van de boze geesten en ons moderne vuurwerk door, maar taalkundigen zijn eerder geneigd te denken dat het licht of geel betekent (vergelijk het Engelse yellow), van de lage zon op de sneeuw bijvoorbeeld.
Met de komst van het Christendom werden de diverse feestelijkheden en feestdagen geännexeerd. En ook sommige symbolen. Maar niet álles viel goed in de Christelijke aarde. Vooral de groenversiering die werd gebruikt - hulst, maretak, klimop - was verdacht: het waren immers de heilige planten van weleer. Voorzover gebruik werd toegestaan, dan toch niet langer dan tot Driekoningen. Uiterlijk op die dag diende dat spul ritueel te worden verbrand. En zo verbranden we nu onze kerstbomen, de midwinter-symbolen van onze tijd.
- « Vorige weblog Het spoor van de Kerstster (21 december 2011)
- Volgende weblog » Aardappelen in het bos (3 januari 2012)