Elke zaterdag schrijft Ionica Smeets in de Volkskrant over een getal dat ze heeft 'gezien'. Ik zag ook een getal, een heleboel getallen zelfs. Getallen die soms zo belangrijk of opvallend zijn dat ze in namen terugkomen. Die van planten, want daar heb ik het dus over. Het begint er natuurlijk al mee dat het hele rijk der zaadplanten is onderverdeeld in eenzaadlobbigen en tweezaadlobbigen. Verder mogen bloemen (Driedistel), vruchten (Eenbes), stengels (Duizendknoop) en bladeren zich verheugen in een vermelding. Bij die laatste categorie is wel iets vreemds aan de hand: meestal klopt het niet. Zo zijn de drie bladeren van het Waterdrieblad (foto 3) - bladeren die je voor een reuzenklaver zou kunnen verslijten - in feite één blad, Net als bij de klaver zelf trouwens, inclusief het zeldzame klavertje vier. Ook de vijf bladvingers van het Vijfvingerkruid vormen één blad, evenals de zeven (soms bijna negen) blaadjes van het Zevenblad (foto 2). En ook de vele mini-blaadjes van het Duizendblad (foto 1) zijn delen van één sterk ingesneden blad. Dat het om duizend stukjes gaat is overigens onwaarschijnlijk: 'duizend' staat gewoon voor 'veel', net als bij Duizendknoop, Duizendschoon, Duizendguldenkruid en Duizendpoot.
- « Vorige weblog De waard en zijn gasten (29 juli 2021)
- Volgende weblog » Schijnaardbei (29 september 2021)