Eiken om tegenop te kijken

Eiken om naar op te kijken (1) oude kronen hebben nog groene bladeren
Eiken om naar op te kijken (2) jonge eiken houden hun verschrompelde bladeren vasthoudt
Eiken om naar op te kijken (3) de toekomst is al weer verzekerd

Dit is de tijd van het jaar dat ik graag naar eiken kijk, dat wil zeggen: nog liever dan anders en met nog meer bewondering ook. Want ik kijk nu eenmaal graag naar eiken en altijd bewonderend. Zo stoer, zo hoog, zo breed en zo dik, zo oud en grimpeld, zo gekronkeld en nu met zoveel blad nog. De takken geven maar weinig mee met de aantrekkende herfstwind en de meeste bladeren zijn niet van zins om al te vallen.
Aan modieuze herfstkleuren doen ze niet, eiken: het is overwegend groen wat de klok slaat, met - vooruit - een beetje geel en bruin hier en daar. Maar dat groen is allesbehalve zacht en kwetsbaar, meer als de huid van een honderjarige of de handen van een timmerman die tot zijn tachtigste heeft doorgewerkt.
Alleen de jonge eikjes zullen hun bruine, kreukelige blaadjes de hele winter vasthouden, alsof ze zich zo willen beschermen tegen de ergste kou. Van de volwassen eiken is binnenkort het krachtige silhouet te zien, dat bonkig kronkelt als op een Van Gogh. Eronder, half toegedekt door kunstig gekrulde bladeren, glanst een tapijt van eikels: een belofte van oneindigheid voor dit heldengeslacht. Deze eiken, de winter- en vooral zomereiken, groeien al zo lang in Nederland dat alle ziekten en insecten ze weten te vinden, van schimmels tot galwespen en van kevers tot rupsen, maar tegelijkertijd hebben ze ook alle tijd gehad om daar een adequate verdediging voor te ontwikkelen.

Tags: